Het grote ASTH-afsprakenkwartet (part I)

Wanneer je met een groep gaat skiën, dan is het maken van afspraken best wel belangrijk. Immers, iedereen moet weten wat er van hem of haar verwacht wordt, wat wel of niet de bedoeling is en wat je moet doen in geval van calamiteiten. Om het leuk te houden hebben we er een spelletje van gemaakt; lekker kwartetten op de heenweg!

We beginnen hier alvast met deel 1:

Hoe gedraag je je overdag?

In de categorie: skiën/snowboarden

1. “Maak nooit het veiligheidskoord van je snowboard als eerste los”. 
Spreekt voor zich. Tenzij je zin hebt om als een wilde yeti bergaf achter je snowboard aan te rennen. In dat geval “maak het veiligheidskoord als eerste los”.

2. “De onderste skiër heeft altijd voorrang”
Omdat je geen ogen in je achterhoofd hebt, je hoodie je het zicht ontneemt of omdat je last hebt van beschadigd hoornvlies omdat je geen zonnebril droeg. Hoe breed de bochten van de skiër ook zijn, hoe langzaam de skiër ook gaat; de onderste skiër heeft altijd voorrang.

3. “Altijd de dal-afdaling naar beneden”
Wij Zijn Daredevils. Wij doen niet aan liften naar beneden. Niks voelt beter dan na een lichtelijk benevelde dal-afdaling (want teveel leuke barretjes onderweg) met knikkende knieën de apres-ski te starten.

4. “Weer of geen weer, het is altijd ski-weer”
Of snowboardweer. Die fluorescerende stokken die de pistegrenzen bewaken staan daar niet voor niks. Ook als het mistig is, zie je die staan. Gebruik ze. En in dat kader ook nog; plas nooit voordat je aan de afdaling begint. Mocht je een fluorescerende stok missen en in mistig niemandsland verdwalen, plas dan uit pure angst in je broek en de hulphonden hebben je zó opgespoord!

In de categorie: skikleding

5. “Kleed je warm aan”
Ook al schijnt het zonnetje, boven in de bergen is het koud en je wil niet blauwbekkend de Schirmbar binnen hoeven te stappen, want sneu. Zorg dus voor een goede hoodie!

6. “Bedek je oren”
Zeker als je sneller dan een auto op een provinciale weg van de berg af komt hebben je oren het zwaar te verduren. Gebruik die hood van je hoodie dus. Wil je ook nog iets kunnen zien als je naar links of naar rechts kijkt, zet dan een muts op je hoofd. Omdat wij ook begrijpen dat je gewoon veilig skiet en dus een helm draagt, zet die beanie pas op als je de apres-skibar bínnen gaat en bedek zo fashionable je helmhaar. Kortom; de beanie kan altijd.

7. “Bescherm die ogen”
Langdurig de afdruk van een (ski)bril op je gebruinde gezicht hebben staan is niet charmant, maar langdurig met lasogen in de kroeg staan is dat ook niet. Zelfs als het niet heel erg zonnig is, kan de weerkaatsing van het licht via de sneeuw je ogen beschadigen. Het is echter makkelijk te voorkomen: draag een zonnebril. Bovendien voorkomt het rimpels.

8. “Doe dezelfde kleding aan”
Niet om herkenbaar te zijn voor anderen, maar om herkenbaar te zijn voor elkaar! Koppen tellen 2.0. Zo’n wintersport blijft toch een soort van schoolreisje tenslotte.

Het begin is gemaakt. Volg ons op Facebook om als eerste deel twee van ons afsprakenkwartet te lezen!

Ylva

Vliegt elke ochtend vroeg uit bed om vervolgens de hele dag rücksichtslos te proberen om 80 km p/u te skiën. Begint rond vieren met een aantal Jägertee en wat Vliegende Hertjes in de benen aan de dalafdaling; nog even een zwarte piste en een betonnen viaductje pakken en tijdens de aprés ski vieren dat er weer een dag overleefd is!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.